De stichting van het landgoed
Zonder landgoed of landhuis kon een rijke edelman zich natuurlijk niet vertonen en daarom begon Cuypers vanaf 1842 met het opkopen van stukken land rondom Geersbroek en een boerderij waar hij een herenkamer inrichtte. Het landgoed werd in 1851 uitgebreid met een landhuis, waarschijnlijk ontworpen door Antoine Trappeniers (1842-1887). Het neoclassicistische landhuis is rechthoekig van vorm met een brede statige trap die naar de hoofdingang leidt. Het gezin Cuypers bracht niet heel veel tijd door op het landgoed, het had immers nog meer huizen in haar bezit.
Prosper en Anna hadden een zoon, Edouard (1853-1914), die in zijn vaders voetsporen trad. Ook hij leefde van het familiekapitaal en rentenieren. Na het huwelijk van Edouard, met zijn volle nicht Jeanne Storm (?-1914), schonk Prosper het landgoed aan het nieuwe stel. Aan het einde van de negentiende eeuw lieten zij een Engelse tuin aanleggen naar het ontwerp van Lieven Rosseels (1843-1921). Het landgoed ging na de dood van Prosper en Anna over op hun dochter en daarna op hun kleindochter. Vanaf 1934 werd het landgoed verhuurd aan Joseph Coumans die er een restaurant-hotel van maakte.
Een bijzondere relatie met de Oranjes
Een deel van Brabant, waaronder het landgoed Anneville, werd al in de herfst van 1944 bevrijd van de Duitse bezetter en werd daarmee een geschikte verblijfplaats voor de koninklijke familie. In december 1944 kreeg Hotel Anneville te horen dat prins Bernhard (1911-2004) er een paar weken zou verblijven, het personeel zou voor deze periode moeten vertrekken. Na de bevrijding van de rest van Nederland vertrok Bernhard met zijn staf naar paleis het Loo.
Hiermee was het verhaal van Anneville en de Oranjes nog niet beëindigd. Op 3 mei 1945 nam koningin Wilhelmina (1880-1962) met haar dochter Juliana (1909-2004) intrek in het landhuis. Al een dag later werd bekend dat er een wapenstilstand werd getekend. Een stoet van duizenden mensen trok naar het landgoed om hun vreugde te delen en de koningin te feliciteren. Vanaf het bordes van het landhuis sprak de koningin de menigte toe met de woorden:
“Ik ben zo verheugd deze dag met u samen te zijn. Leve het vaderland! Hoera, hoera, hoera!”
Koningin en prinses brachten zes weken door op het landgoed, dat ze later zouden bestempelen als een hele mooie periode uit hun leven. Voordat Wilhelmina en Juliana het landgoed verlieten wilde de koningin de bewoners van Geersbroek bedanken voor hun gastvrijheid door een dansfeest te organiseren. Het feest werd aanvankelijk gehouden op het grasveld achter het landhuis maar werd later op de avond naar het koetshuis verplaatst vanwege een onweersbui en ging de collectieve herinnering van de Geersbroekers in als een fantastische avond. Op het terras van het landhuis en in het koetshuis zijn gedenkplaten te zien die herinneren aan deze verblijven van de Oranjes.
Na de oorlog
Vanaf 1946 gebruikte Coumans het landhuis weer als hotel-restaurant. Daarnaast werd het vanaf toen ook gebruikt als conferentieoord. Het werd tweemaal aan particuliere bedrijven verhuurd voor staf bijeenkomsten, cursussen en in de zomermaanden als vakantieverblijf voor oud-werknemers van deze bedrijven. Sinds 1995 wordt het landgoed weer door de eigenaren zelf, de adellijke familie Rebecques, geëxploiteerd als onder meer trouwlocatie en congrescentrum.
Bronnen
Becx, E. e.a., Kastelengids van Noord-Brabant, Utrecht, 1999.
Caspers, T., Landgoederen in Noord-Brabant: Het lief en leed dat landgoed heet, Haaren, 2012.
Dessing, R. en Holwerda, J., Nationale gids historische buitenplaatsen, Wormer, 2012.